Westfriese Judocompetitie

 

Geschiedenis Westfriese Judocompetitie

De eerste twintig jaar Westfriese Judocompetitie 1974 -1994

 

DE OPRICHTER

Peter van Diepen had in 1973 al in de gaten dat er voor de judoka's van kleine Kluppies niets te zoeken was op de districtskampioenschappen. Ook de teamwedstrijden die door de betere clubs uit Noord-Holland werden georganiseerd, boden geen oplossing voor het probleem beginnende wedstrijdjudoka's wedstrijdervaring op te laten doen. Peter noemt hier de namen van het "Zilveren Kaas Toernooi", het "Spaarne Toernooi" en het "Zilveren Molen Toernooi". "Je bent een hele avond kwijt en je draait misschien drie wedstrijden", was het commentaar dat hij had. En geef Peter eens ongelijk. De oud Nederlands kampioen besloot hieraan iets te doen. Hij had het idee om, in competitieverband voor teams, op een aantal zaterdagavonden twee wedstrijden per team te organiseren. Van Diepen belde een aantal mensen van bekende clubs van dorpen uit de buurt. Maar ook zijn eigen club Hajime uit Alkmaar kreeg een uitnodiging om aan de bespreking deel te nemen. Het bestuur van Hajime voelde niet veel voor het idee omdat men het niveau waarop men zou moeten judoën te laag vond. Hensbroek, Hike-Wake, Judoclub Ursem, Hajime Spierdijk, Judoclub Hauwert en Judoclub Beets zagen het idee wel zitten en gaven bij aanvang van het seizoen 1973-1974 het startschot voor de eerste editie van de West-Friese Judo Competitie. (WFC)

 

DE SAMENSTELLING

Allereerst informeerde Peter van Diepen bij de clubs hoe de eventuele samenstelling van het team zou kunnen zijn. Hij kwam tot de conclusie dat het team er als volgt uit zou zien:

2 junioren, 12/15 jaar (gewicht vrij). 5 senioren, 16 jaar en ouder, 2 gewichten tot 70 kg, l tot 80 kg, 2 boven de 80 kg. Om teams compleet te krijgen was het toegestaan om judoka's uit te lenen. Dit uitlenen mocht alleen door de zes clubs onderling. Van andere clubs lenen was niet toegestaan. Per wedstrijdavond kwamen er steeds drie teams bij elkaar en draaide men twee wedstrijden per avond. De andere teams hadden dan twee weken later een wedstrijdavond, dit was speciaal zo gedaan om van elkaar te kunnen lenen. Gezamenlijk waren de zes verenigingen goed voor zo'n 400 judoka's. De spoeling was dus dun. Voor zwarte-banders was de competitie de eerste keer taboe. Omdat er op huishoudweegschalen werd gewogen hanteerde men een overschrijding van het gewicht van l kg. De kosten van de competitie werden het eerste jaar door de organiseerde vereniging Hajime Spierdijk gedragen.

 

PUBLICITEIT

Onder aanvoering van Klaas Wilting (later beter bekend als de Amsterdamse Politie woordvoerder) , op dat moment woonachtig in Spierdijk, verschenen er stukken in de Westfriese dagbladen over judo die nog met respect werden gelezen. Klaas schreef aan onze Westfriese jongens judokwaliteiten toe die men alleen op wereldniveau zou verwachten. En het werkte. Er meldden zich steeds meer clubs aan en ook de grote scholen uit de buurt gingen zich met het Westfriese judospektakel bemoeien, omdat er een tot nu toe ongekende publiciteit mee gepaard ging. Hoe Klaas Wilting het voor elkaar kreeg mag Joost weten maar per ontmoeting werd er een halve pagina aan judo gewijd. Dit alles werd buiten medeweten van de bestuurders van de toenmalige B.B.N. georganiseerd. Nou buiten medeweten natuurlijk niet helemaal. Men vond het een particulier initiatief en dat werd gerespecteerd. Scheidsrechter Gerard Apeldoorn maakte toentertijd via een brief bekend dat hij afzag van deelname als scheidsrechter aan de Westfriese Judocompetitie omdat met name judoclub Ursem deelnam. Judoclub Ursem was geen lid van de toenmalige B.B.N. Ook bestuurders van de B.B.N. hadden wel het vermoeden dat er nogal wat judoka's meededen die geen lid waren van de B.B.N. maar dat werd gedoogd. Na een aantal seizoenen stond de Westfriese Judocompetitie goed op de rails. Klaas Wilting nam afscheid en zei: "Jongens, jullie kunnen het nu zelf wel." Jaap Wim van der Horst ging de verslaggeving doen. Het eerste jaar kwam Van der Horst zelf regelmatig naar de wedstrijden kijken. Maar voor Van der Horst kwamen er al gauw belangrijkere dingen om de hoek kijken en moesten wij zelf verslagen aanleveren die hij in een ander jasje stak. Dinsdag stond er dan een "uit zijn verband gerukt" stukje in de krant. Werd er geen kopij aangeboden dan stond er ook niets in de krant. 1983 werd qua publiciteit het slechtste seizoen voor de Westfriese Judocompetitie. Jaap Wim ging, Tanno Massar kwam. Er werd weer geschreven. Maar na één seizoen ging ook Tanno. Ton Huijbers, onze huidige competitieleider, had inmiddels een homecomputer aangeschaft van het bekende merk Commodore. Er werd tevens een tekst verwerkings- programma bijgeleverd en toen is deze  per ronde zelf de verslaggeving gaan doen.

 

DE SCHEURING

Gedurende het seizoen '86-‘87 braken er moeilijke tijden aan voor de bestuurders van de Westfriese Judocompetitie. Er trad een scheuring op. De wedstrijdsfeer in de A-poule was mede door deelname van professionele scholen harder geworden. De kampioen uit de B-poule wilde ternauwernood of persé niet promoveren naar de A-poule. Bovendien stonden er in het seizoen '85-'86 judoka's in teams van een aantal sportscholen, die niets met de competitie te maken hadden. De krant schreef dat er sprake was van competitievervalsing. De krant zat er niet ver naast De oorzaak van dit probleem vond zijn aanvang toen Hans Meester, na onenigheid met zijn werkgever Frits v/d Werff, besloot voor zichzelf een Judoschool op te zetten. De nieuwe school die werd opgestart nam veel gerenommeerde wedstrijdjudoka's van Sportschool F. v/d Werff mee. Meester had vele jaren bij F. v/d Werff gewerkt als judoleraar en o.a. de wedstrijdgroepen getraind. F. v/d Werff zag zich voor een groot probleem gesteld. Frits wilde graag mee blijven doen maar had nauwelijks nog senioren van voldoende wedstrijdkwaliteit om in een team te zetten. Van der Werff ging op zoek en vond een aantal bevriende scholen bereid judoka's af te staan voor het Westfriese judoteam van F. v/d Werff.

 

TWEE COMPETITIES

Bij de start van het dertiende seizoen besloten de meeste clubs van de B-poule een eigen competitie op te starten en was de scheuring een feit. Je zou er bijgelovig van worden. De competitie kreeg de naam Westfriese Verenigingen-judocompetitie mee. Door de leegloop uit de B-poule naar de Westfriese Verenigingen-judocompetitie werd de organisatie van de Westfriese judocompetitie met een te kort aan deelnemende teams geconfronteerd. Er werd naarstig naar kandidaten gezocht die de opengevallen plaatsen konden opvullen. Nieuw in dat jaar waren de sportscholen De Lange uit Beverwijk en Judoclub Randori uit Assendelft. Het team van sportschool De Geus deed mee in beide competities. Na een jaar zagen de bestuurders en deelnemers van beide competities dat het geen goede oplossing was met twee competities te werken in één gebied. Toch duurde het nog tot het seizoen '91-'92 voordat de beide competities weer één geheel werden.

 

INTERESSE

Door de problemen en de daarmee gepaard gaande publiciteit, begon de J.B.N. vragen te stellen aan bestuursleden van de Westfriese judocompetitie. Deze vraagstelling werd mede ingegeven door het feit dat de J.B.N, haar regels voor wat betreft wedstrijden had aangescherpt. Een van deze regels was dat men toernooien in het vervolg moest aanvragen. Maar tot 1989 bleef de belangstelling beperkt tot het stellen van vragen.

 

ANDERE PROBLEMEN

Tijdens de halfjaarlijkse vergaderingen van de Westfriese judocompetitie moesten er allerlei kleine en grotere problemen worden opgelost. Elke vergadering kwam het weegschalenvraagstuk ter tafel. Ook de arbitrage bezorgde de bestuurders van de Westfriese judocompetitie de nodige kopzorgen. Er was en is meestal een te kort aan scheidsrechters. Dit probleem werd soms opgelost doordat één van de aanwezige trainers optrad als scheidsrechter. Omdat het aantal deelnemers per jaar bleef groeien en beide competities in 1989 besloten samen te gaan werken voor wat betreft promoveren en degraderen, waren er vanaf het seizoen '89-'90 drie klassen.

 

HET SCHANDAAL

In 1989 meldt Kenamju zich ook aan voor de competitie. Voorlopig werd Kenamju op de wachtlijst gezet. Men vond dat Kenamju zich maar met de landelijke competitie moest bezig houden. Een ander argument om Kenamju in de ijskast te zetten was dat het krachtsverschil met de andere clubs te groot was. De trainer van Kenamju, Cor v.d. Geest, vond het een grof schandaal dat de B-team kampioenschappen die het district Noord-Holland eens per jaar organiseert zo slecht werd bezocht. Van der Geest vond ook dat het districtsbestuur iets moest doen om de clubs weer naar deze districtswedstrijden te krijgen. "Cor" adviseerde de bond (via de media) de Westfriese judocompetitie desnoods te verbieden. De districtsbestuurders van de J.B.N. afdeling Noord-Holland trokken zich het lot van Kenamju aan en begonnen vragen te stellen aan het bestuur van de Westfriese judocompetitie.

 

OP HET MATJE

Maar niet alleen het protest van v.d. Geest was oorzaak van het alert reageren van het districtsbestuur. Tijdens één van de competitieavonden van de Westfriese judocompetitie deden zich een aantal incidenten voor met scheidsrechters die uit misverstanden voortvloeiden. Drie scheidsrechters schreven hierover een brief naar het districtsbestuur. Het bestuur van de Westfriese judocompetitie werd (alweer) op het matje geroepen en om tekst en uitleg gevraagd.

 

ONAANGENAAM

Kenamju werd twee keer achter elkaar Nederlands kampioen met het seniorenteam (via de inmiddels opgestarte landelijke competitie) en organiseerde een paar schitterende Europacup wedstrijden in de Beijnes Hal te Haarlem. Het districtsbestuur begint het succes van competitieverband in te zien. Dat het districtsbestuur weinig grip had op de organisatie van de Westfriese judocompetitie, begon men onaangenaam te vinden.

 

GROTE WAARDERING

Bij de start van het seizoen '92-'93 dienen zich nieuwe problemen aan. Het districtsbestuur vraagt het bestuur van de Westfriese judocompetitie om een gesprek. De bestuurders van de W.F.C. waren aanwezig en kregen te horen van de voorzitter dat men grote waardering had voor de Westfriese judocompetitie. Het D.B. gaf te kennen graag te willen meewerken aan het in stand houden van de W.FC. De argeloze bestuurders van deze konden hun oren nauwelijks geloven. Zou er na al die jaren dan toch een positieve bijdrage komen van de zijde van het bondsbestuur? Maar al gauw nam het gesprek een andere wending en kreeg soms een wat grimmig karakter. Om kort te gaan kwam het erop neer dat de W.F.C om goedkeuring van de competitie had gevraagd en het bestuur deze goedkeuring alleen wilde verlenen als de W.F.C. zich aan de regels zou gaan houden die in het Bondsvademecum staan. Van bestuurszijde is er in het verleden nauwelijks enige belangstelling voor de W.F.C getoond zodat het districtsbestuur ook niet op de hoogte kon zijn van de gang van zaken bij de Westfriese judocompetitie. Het bestuur van de W.F.C  licht het succes van de competitie toe, maar vindt geen begrip bij het districtsbestuur voor wat betreft de afwijkende regels. Het districtsbestuur zegt nogmaals dat de Westfriese judocompetitie zich maar heeft te houden aan de regels die de JUDO BOND heeft gesteld. Het districtsbestuur heeft wel begrip voor het feit dat de regels niet direct kunnen worden aangepast maar vindt dat de regels binnen één a twee jaar moeten worden aangepast, daar er anders een verbod zal worden uitgevaardigd aan alle betrokken clubs om aan de Westfriese judocompetitie deel te nemen. Aan de vooravond van het twintigjarig bestaan van de Westfriese judocompetitie krijgen de deelnemers en het bestuur een fraai geschenk aangeboden.

 

NIEUW AANMELDINGEN

Inmiddels melden Hennie Pleizier, Judoclub Uithoorn en Hikari zich aan voor de Westfriese judocompetitie. Voor het seizoen '92-'93 kan Hikari niet meer ingepast worden. Op de eerstvolgende vergadering zal worden besloten of Hikari gedurende het seizoen '93-'94 zal kunnen deelnemen. Nieuwendam meldt zich voor het seizoen ‘92-‘ 93 af. Er is sprake van een ingrijpende bestuurswisseling. De trainer is opgestapt en er zijn veel judoka's overgestapt naar een nieuwe Amsterdamse vereniging Judo Ryu Amsterdam. Deze nieuwe vereniging staat onder leiding van het oude judobestuur van Nieuwendam. Judo Ryu Amsterdam vraagt om in de plaats van Nieuwendam te mogen judoën. Deze vraag wordt positief beantwoord door het bestuur van de Westfriese judocompetitie. Hennie Pleizier wordt in de tweede klasse geplaatst en Uithoorn in de derde klasse.

 

HET LAATSTE NIEUWS

Op de laatst gehouden ledenvergadering in januari '93 zijn de clubs Hikari uit Zaandam en Kenamju uit Haarlem toegelaten tot de West-Friese Judocompetitie In  ‘93-'94 gaat de WFC voor de twintigste keer van start. De aanpassingen moeten tijdens de jaarlijkse ledenvergadering in januari 1994 worden besproken. De slotavond wordt, evenals dat jaar daarvoor, door alle clubs gezamenlijk georganiseerd. De avond wordt op 19 juni 1993 gehouden in Beverwijk. Oprichter Peter van Diepen geeft een kort overzicht van negentien jaar West-Friese Competitie en reikt na afloop de prijzen uit. In juli 1993 wordt er een evaluatievergadering gehouden met het districtsbestuur. Op deze vergadering wordt er op een aantal belangrijke punten overeenstemming bereikt en kan de competitie voor het seizoen ‘93-'94 voor de twintigste keer van start. De aanpassingen moeten tijdens de jaarlijkse ledenvergadering in januari 1994 worden besproken.

 

Van  twintig jaar Westfriese Judocompetitie naar vijfendertig jaar.

 

OP NAAR HET VIJFENDERTIGSTE LEVENSJAAR.

De periode vanaf het twintigste jubileum naar het 25e jubileumjaar (1998-1999) zou men kunnen omschrijven als de "gouden jaren" voor het team-competitie judo in Noord-Holland. Aan de basis hiervan staan enkele bestuurswisselingen en functieveranderingen van het bestuur binnen de WFJC maar nog belangrijker; ook in het bestuur van het district vinden wat wisselingen plaats. De teamcompetitie in het Noord-Hollandse judo is niet meer weg te denken en nieuwe districtbestuurders zijn meer gecharmeerd van de aanpak binnen het bestuur van de WFJC.  Er ontstaat een hechte samenwerking. Er vindt steeds meer overleg plaats en districtsactiviteiten en competitiedata worden op elkaar afgestemd.

De WFJC verlegt haar geografische grenzen. Het wordt nooit hardop uitgesproken maar de WFJC fungeert eigenlijk gewoon als districtscompetitie in Noord-Holland. Dit naar volle tevredenheid van het districtsbestuur, het bestuur van de WFJC en niet te vergeten de aangesloten scholen en verenigingen. Want daar gaat het uiteindelijk om.

Combinaties van kleinere scholen en verenigingen wordt reglementair toegestaan. Ook  het  "lenen" van judoka's wordt aangepast en geeft de leden wat meer ruimte om een team samen te stellen. Het ledenaantal groeit uit naar 28 deelnemende teams verdeelt in vier klassen. Hoewel er af en toe wat  "reglementaire overtredingen" zijn die hier en daar een golfje veroorzaken vaart het schip van de WFJC in deze periode eigenlijk in heel mooi vaarwater.  De slotavonden van de WFJC worden inmiddels vast gepland in de Kinheimhal te Beverwijk.  Ieder jaar weer een groot judofeest.

Het jubileumjaar (1998-1999) wordt passend gevierd met een persoonlijke herinnering voor alle judoka's en de competitie stoomt zonder oponthoud verder naar haar dertigste levensjaar. In 2004 beslissen de deelnemers van de Westfriese Jeugd Judo Competitie (WFJJC)  dat zij organisatorisch weer terug willen gaan onder de moederparaplu van de grote broer (WFJC). Met deze overgang is de organisatie van de Westfriese Judo Competitie weer compleet. In 2005 wordt ook de slotronde van de Jeugdcompetitie voor het eerst in de sporthal te Goorn gezamenlijk afgesloten.

Voor het seizoen 2005-2006 wordt nu ook voor de jeugdteams de geografische grenzen van West-Friesland verlaten en zeven nieuwe jeugdteams uit Noord-Holland melden zich aan.  Drieëntwintig jeugdteams verdeelt in drie klassen strijden na een spannende competitie wederom in de slotronden in de sporthal te Goorn, op acht matten voor de ereplaatsen.  Voor dat de competitieleider de eindstand kan opmaken hebben zich alweer  drie nieuwe teams aangemeld.

De organisatie van de WFJC en de WFJJC gaan het seizoen 2006-2007 in met achtentwintig senioren en zevenentwintig jeugdteams.  Een gegeven waar de judoliefhebber in Noord-Holland met recht trots op mag zijn. 

 

DE TOEKOMST

Wat de toekomst brengt weet uiteraard (en gelukkig maar) geen mens op deze aardbol. Wel mag je zeggen dat naar alle waarschijnlijkheid de grote groei van deelnemende scholen en verenigingen er uit is. Misschien dat er bij de jeugd nog wat  toename mogelijk is wie zal het zeggen.

Bekend is dat ook van buiten het district Noord-Holland belangstelling was en is voor deelname aan deze competitie. Hoe het bestuur en haar leden, want die moeten beslissen, daarmee om zullen gaan is op dit moment koffiedik kijken. Uiteraard wordt er binnen het bestuur van de WFJC wel hierover gesproken.  Een echt beleid in deze is echter (nog) niet aan het papier toevertrouwd. Misschien ook wel een mooie taak voor het hoofdbestuur van de JBN. Topsportbeleid binnen onze nationale organisatie is goed geformuleerd en wordt prima uitgevoerd. Breedte en recreatiesport op het niveau van de districten heeft nauwelijks prioriteit. Toernooien en competitie zijn vaak particuliere initiatieven. Zo ook de WFJC.  

Misschien zit daar wel net de kracht in van onze competitie.